Welkom op de website van Clyde Roël Lo A Njoe.
|
NIEUW in 2016: PARELMOERPOEDER (roman).

15 december 2016: Overhandiging van een gesigneerd
exemplaar
van “PARELMOERPOEDER” aan Leo Wienesen, éen van de
personen aan wie de roman is opgedragen.
Recensie van
Prof. dr. Wim Rutgers over het boek "PARELMOERPOEDER"
in het Antilliaans Dagblad van 18 Augustus 2016: Klik hier voor een beter leesbare pdf...

Recensie van André Oyen (“ANSIEL”) over
“Parelmoerpoeder”:
Het is inderdaad schitterend! Het geeft je huid die subtiele eiglans.
Tegelijkertijd parelt het, om een toepasselijke kwalificatie te gebruiken. Het
effect is uniek, naar mijn idee, maar ik durf niets te zeggen over het
‘opmonteringseffect’, dat jij zojuist beschreef. Ik zie wél dat jij er,
ondanks de rusteloze nacht die je achter de rug hebt, zo fris als een hoentje
bijzit. ‘Ik kijk geconcentreerd naar het gezicht tegenover me. ‘Komt dat nou
écht door dat parelmoerpoeder, Esther, liefje? Je ziet er grandioos uit, maar
ik weet niet beter,’ oordeel ik zo eerlijk mogelijk over het effect van het
wonderbaarlijke spul.
Clyde Roël Lo A Njoe ( 1948, Aruba)
heeft sinds 1982 al enkele dichtbundels uitgegeven, waarmee hij al enige faam
heeft verworden. Ook is hij beeldend kunstenaar, o.a. als medeontwerper en
schilder van het Orakelkunstuurwerk van Holland-Nagasaki Village in Nagasaki,
Japan én van het monument van de nieuwe basiliek van de Virgen de Guadalupe
(met het contemporaine Aztekencalendarium) in Mexico City.
Parelmoerpoeder (2016) is zijn eerste
roman.
Dird, een kunstenaar, ziet de mooie
Esther op een broeierige dag met twee zware boodschappentassen lopen. Als
gevolg van een ongeluk sleept ze met een been. Hij kan het niet aanzien en
biedt zijn hulp aan. Al snel noemt ze hem 'haar lieve jongen' en nodigt ze
hem uit vaker bij haar langs te komen. Er ontstaat een romance en naarmate de
verhouding meer diepgang krijgt, begint Esther over haar Duitse, Joodse
ouders te vertellen. Het bijzondere verhaal over hoe haar ouders de oorlog in
Amsterdam overleefden, roept veel emoties op. Het komt er dan ook bij haar
slechts mondjesmaat uit en ze wil ook pas seksuele intimiteit wanneer Dird
voldoende van haar verleden kent. Haar 'lieve jongen' moet voor het vervolg
van het verhaal én de intimiteit steeds wachten tot het volgende bezoek.
Maar zo raakt hij uiteraard goed
bekend met haar vrienden, kennissen en de lucratieve handel in
parelmoerpoeder. Naarmate hij haar langer kent, begrijpt hij dat het verleden
doorklinkt tot in alles wat ze doet. Soms zijn het de mensen waarmee ze te
maken heeft, soms de gebeurtenissen van toen, met hun blijvende gevolgen.
Vermits het verhaal zich in de jaren
zeventig van vorige eeuw situeert heeft het verhaal van de familie Anders nog
altijd impact tussen deze twee mensen die een relatie willen aangaan. Esther
wil dan ook dat Dird niet alleen schildert, maar ook dat hij haar verhaal en
dat van haar entourage gaat vastleggen. Zo blijkt ook andermaal hoe
gecompliceerd het leven tijdens de bezetting was. Collaboratie, zwarthandel
en verzet lagen soms in elkaars verlengde. Met name voor Esthers vader, die
met een nieuwe identiteit, als slager gewoon door bleef werken, was dit alles
behalve eenvoudig. Los van dit levensverhaal moet Dird wennen aan de
Bourgondische levensstijl van Esther. Naast haar parelmoerpoeder heeft ze nog
andere zaken waar ze verantwoordelijk voor is. Langzaam maar zeker raakt de
kunstenaar ongewild betrokken bij dramatische ontwikkelingen die hun
oorsprong in het verleden hebben. Parelmoerpoeder schenkt ook veel aandacht
aan al die anoniem gebleven verzetshelden, de mensen die deden wat er gedaan
moest worden, ondanks dat ze daarmee hun leven in gevaar brachten.
Parelmoerpoeder is een indrukwekkende roman geschreven in een mooie taal en
heel ingenieus plot dat de lezer tot de laatste bladzijde in vervoering
brengt.
Parelmoerpoeder, Clyde Roël Lo A
Njoe, ISBN 9789062659098 | Paperback| 678 pagina's | Uitgeverij in de
Knipscheer | april 2016
CLYDE R. LO A NJOE
PARELMOERPOEDER RECENSIE ROMAN 2016
9
OKTOBER 2016 220 × 307 ARUBAANSE SCHRIJVERS SCHRIJFSTERS BOEKEN OVER ARUBA

   
Clyde R.
Lo A Njoe – Parelmoerpoeder Recensie Roman 2016
Van de op Aruba uit Surinaamse ouders geboren schrijver Clyde Roël Lo A Njoe
kreeg ik de maar liefst 675 pagina’s tellende roman Parelmoerpoeder op mijn
bureau. Parelmoerpoeder is Lo A Njoe’s debuut als romanschrijver; eerder
schreef hij een aantal dichtbundels en verwierf hij bekendheid als beeldend
kunstenaar. De sprankelende titel Parelmoerpoeder sprak zeker tot de
verbeelding en wekte mijn belangstelling.
Het boek begint met een verhaal over de relatie tussen de elegante en
zeer succesvolle jonge vrouw Esther, die er een zeer bourgondische
levensstijl op na houdt, en de kunstenaar Dird. Esther heeft een magische
aantrekkingskracht op Dird, en ze zuigt hem op alle fronten haar leven
binnen. Zij is duidelijk degene die bepaalt hoe alles gebeurt, en ook in welk
tempo, Dird volgt dat eigenlijk altijd maar keurig. De Joodse Esther gaat in
1977 nog altijd gebukt onder het oorlogsverleden van haar ouders, die
inmiddels allebei overleden zijn; zij is geboren in de hongerwinter. Esther
heeft verschillende pogingen gedaan de geheimen die er nog bestaan rondom de
geschiedenis van haar ouders, die door allerlei mensen professioneel zijn
geholpen om onder te duiken. Haar vader heeft haar vlak voor zijn dood, toen
hij al weduwnaar was, veel verteld over die tijd, maar er zijn hiaten in zijn
verhaal, dingen waarover niet is gesproken, en die houden zijn dochter in
hoge mate bezig. Esther vraagt Dird het boek over de geschiedenis van haar
ouders te schrijven. Wat zij weet vertelt ze stukje bij beetje aan Dird, en
ze maken kennis met andere mensen die betrokken waren bij de geschiedenis van
Esther en haar ouders. Heeft Esther wel alles verteld?
Naast het verhaal van Esther’s ouders, wat ik zelf heel boeiend en goed
geschreven vond, lopen er een aantal andere verhaallijnen: de
parelmoerpoeder-business van Esther en haar zakencontacten, het leven van
Dird en zijn kunst en werk op de visafslag, wat hij samen met zijn vriend
Rousse nachtdiensten draait, en het verhaal van Vera, Esther’s beste
vriendin.
Persoonlijk
vond ik dat het verhaal erg traag op gang kwam – ik heb me verschillende
keren afgevraagd waar het nou eigenlijk over ging. De schrijfstijl van Lo A
Njoe is zeker mooi te noemen, maar is niet vlot. Er ontstaat een soort
routine tussen Esther en Dird, waarbij er vooral veel koffie gezet wordt,
sigaren gerookt worden en cognac gedronken wordt. Er is zeker een ondertoon
van spanning en de verwachtig van een verhaal wat op gang gaat komen, die
uitnodigen om toch door te lezen. Pas na ruim 200 pagina’s leeswerk ontstaat
er voor mij een boeiende en spannende verhaallijn: het verhaal van de Joodse
ouders van Esther in het circuit van onderduikers in Amsterdam. Die
verhaallijn vond ik zonder meer zeer de moeite van het lezen waard. De andere
verhaallijnen die werden uitgezet konden minder mijn aandacht vasthouden. Een
mooi boek over een mooi thema, geschreven in een mooie schrijfstijl. Toch had
voor mij persoonlijk de uitwerking wel wat korter gemogen, ik denk dat dat de
leesbaarheid zou hebben bevorderd. Clyde R. Lo A Njoe – Parelmoerpoeder
krijgt ++ (goed)
– Titel: Parelmoerpoeder
– Schrijver: Clyde R. Lo A Njoe (Aruba)
– Soort boek: oorlogsroman, sociale roman
– Uitgever: In de Knipscheer
– Verschenen: 18 april 2016
– Omvang: 675 pagina’s
– Uitgave: Paperback
– Prijs: € 24,50
– Oordeel redactie: ++ (goed)
– Arubaanse Schrijvers
Schrijfsters Boeken en Informatie
Recensie
geschreven door: Monique van der Hoeven
(externe link naar deze recensie over
“PARELMOERPOEDER”)


Tijdens een boekenpresentatie in boekhandel 'DONNER', Coolsingel 119, te
Rotterdam, op 25 juni 2016, met het thema "vrijheid" naar
aanleiding van het Surinaamse "Keti Koti"- feest ("Gebroken
Ketenen-feest") werd Clyde R. Lo A Njoe geïnterviewd als gevolg van
het verschijnen van zijn roman "PARELMOERPOEDER", en wel door
de literatuurwetenschapper, schrijver en dichter Prof. dr. Michiel van
Kempen (Universiteit van Amsterdam).
Bekijk het interview hier (film, 25 minuten, 400 MB).

Clyde R. Lo A Njoe - Parelmoerpoeder
Roman, Paperback, 678 blz., € 24,50
ISBN 978-90-6265-909-8
Eerste druk april 2016
De kennismaking in de zomer van 1977 met de
aantrekkelijke Esther Anders is doodgewoon. Dird, een kunstenaar, ziet haar
op een broeierige dag met twee zware boodschappentassen lopen. Als gevolg
van een ongeluk sleept ze met een been. Hij kan het niet aanzien en biedt
zijn hulp aan. Al snel noemt ze hem ‘haar lieve jongen’ en nodigt ze hem
uit vaker bij haar langs te komen. Er ontstaat een romance en naarmate de
verhouding meer diepgang krijgt, begint Esther over haar Duitse, Joodse
ouders te vertellen. Het bijzondere verhaal over hoe haar ouders de oorlog
in Amsterdam overleefden, roept veel emoties op. Het komt er dan ook bij
haar slechts mondjesmaat uit. Dird moet voor het vervolg steeds wachten tot
het volgende bezoek.
Tegelijkertijd raakt hij bekend met haar vrienden,
kennissen en de lucratieve handel in parelmoerpoeder. Naarmate hij haar
langer kent, begrijpt hij dat het verleden doorklinkt tot in alles wat ze
doet. Soms zijn het de mensen waarmee ze te maken heeft, soms de
gebeurtenissen van toen, met hun blijvende gevolgen. Dird, die het op zich
genomen heeft het verhaal van de familie Anders vast te leggen, komt
erachter hoe gecompliceerd het leven tijdens de bezetting was. Collaboratie,
zwarthandel en verzet lagen soms in elkaars verlengde. Met name voor
Esthers vader, die met een nieuwe identiteit, als slager gewoon door bleef
werken, was dit alles behalve eenvoudig. Zijn daden betekenden letterlijk
leven of dood voor anderen… Maar met de net geboren Esther en zijn gebroken
Nederlands sprekende vrouw had hij weinig keus.
Los van hun levensverhaal moet Dird wennen aan de
Bourgondische levensstijl van zijn geliefde. Naast haar parelmoerpoeder
heeft ze nog andere zaken waar ze verantwoordelijk voor is. Langzaam maar
zeker raakt de kunstenaar ongewild betrokken bij dramatische ontwikkelingen
die voortkomen uit beslissingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn
genomen. Dird krijgt zicht op de heroïsche daden van een kleine groep anoniem
gebleven helden. Ze zijn nauw betrokken bij het levensverhaal van zijn
geliefde. En terwijl hij die verhalen in schriften noteert en ze zo voor de
vergetelheid behoedt, is hij getuige van een drama waar niemand iets aan
kan veranderen.
Bekijk hier het filmpje van Rob Zwetsloot over "Parelmoerpoeder":
Klik op: Parelmoerpoeder
van Clyde R. Lo A Njoe - YouTube [360p].mp4
Het filmpje stond ook op de website https://www.oost-online.nl/ , met deze tekst erbij:
Volgens mij zijn we in de derde wereldoorlog verzeild
geraakt, maar daar wil ik het hier niet over hebben. Ik wil het over De
Oorlog hebben. De Tweede Wereldoorlog. Binnenkort gaan we 4 en 5 mei weer
herdenken. De vrijheid. De vrijheid van meningsuiting (arme Ebru).
Al weer meer dan 70 jaar geleden werd die Oorlog
beëindigd. Nog steeds komen er nieuwe boeken over uit. Nog steeds worden er
nieuwe monumenten voor opgericht. Zo krijgen we een Holocaust centrum in de
voormalige IVKO school aan de Plantage Middenlaan (eerst expositie:
schilderijen van Jeroen Krabbé) en een massief monumentaal monument met
namen van oorlogsslachtoffers aan de Weesperstraat. Terwijl je nu al
struikelt over de herdenkingsplaatjes, monumenten en plekken in 1018.
Maar het houdt nooit op. Het is nooit voorbij. De
herinnering zal en moet levend gehouden worden. De Tweede Wereldoorlog is
bepalend voor de identiteit. Er worden ieder jaar nieuwe speelfilms en
documentaires over dit onderwerp gemaakt en stapels boeken geschreven. Het
is een onuitputtelijke bron.
Zo verscheen er recent een vuistdik boek van Clyde R.
Lo A Njoe onder de intrigerende titel Parelmoerpoeder. Een boek waar
hij meer dan dertig jaar aan gewerkt heeft. Zo’n 700 pagina's maar liefst.
Over bezetting en de nasleep ervan.
(Bijdrage van Rob Zwetsloot).

Presentatie van "Parelmoerpoeder" voor Amsterdam FM Radio in de
Openbare Bibliotheek te Amsterdam.
Op maandag 25 april 2016 was auteur Clyde Lo A Njoe live te gast in het
boekenuur van 16.00 tot 17.00 uur in het programma ‘Kunst & Cultuur’
van Radio Amsterdam-FM. Hij werkte met enkele onderbrekingen van een aantal
jaar sinds 1988 aan zijn epische roman ‘Parelmoerpoeder’ over een
na-oorlogse romance tussen twee jonge mensen, waarin tegelijk in detail
verhaald wordt over wat de Duits-Joodse ouders van het meisje de jaren 1938
tot 1945 in Amsterdam meemaakten. ‘Ik wilde hebben dat het klopt.’ Een
verhaal in een verhaal: twee verhaallijnen die zich beurtelings ontrollen
in ‘kleur’ en in ‘zwartwitbeelden’. Alles wat zich afspeelde in die Tweede
Wereldoorlog blijkt zijn echo te hebben in het heden. Indrukwekkend qua
omvang en qua inhoud. Naarmate de lezer vordert met lezen krijgt hij steeds
meer inzicht in het geheel. Het boek is opgedragen aan George Maduro, Boy
Ecury en (‘de anonieme held’) Leo Wienesen. Het 2-minutenfilmpje werd na
afloop van het interview geschoten door Rob Zwetsloot.
Kippenlevers,
garnalenkoppen.
een recensie door Peter Boel. schaakpublicist-schrijver-journalist-vertaler (Engels).
Clyde
Lo A Njoe is een man die je kan verbazen. Strijkt hij neer op een terras,
dan hebben zich in een oogwenk zeven omstanders met Argusogen en
klapwiekende oren naar hem toegewend. Komt in de trein de conductrice zijn
kaartje knippen, dan raakt hij subiet met haar verwikkeld in een discussie
over de zweefvlucht van de bruine vinvis of de conjunctuur op de Baloren,
daarbij niet vergetend de schoonheid van de NS-functionaresse Homerisch te
bezingen. Hij staat op, draait zich een kwartslag om, boort zijn blik diep
je brein in en daar ga je.
Clyde,
in 1948 op Aruba geboren uit Surinaamse ouders, legt in al zijn werken een
door alle winden bestoven onbevangenheid aan de dag. Zijn lustig borrelende
gulheid openbaarde zich al in zijn fantasierijke schilderijen en in de vier
dichtbundels Dansen/Baliamentu, Doodverf, Echolood en Mijn
lief mijn leed. Het bloed uit alle windstreken dat door zijn aderen
stroomt verleent hem een verfrissende ongebondenheid. Hij kan in zijn geschriften
ook zonder schroom spreken van ‘jodinnetjes’ of ‘halfbloedjes’, en als boze
witte vijftiger ben ik daar best een beetje jaloers op.
Zijn
eerste roman, Parelmoerpoeder, is een kloeke pil van tegen de 700
bladzijden, die je twee werelden binnentrekt. Want Parelmoerpoeder is een raamvertelling. De
ik-figuur, Dird, beleeft in de late zeventiger jaren van de vorige eeuw een
romance met Esther, die hem vertelt over de belevenissen van haar ouders in
Amsterdam in de Tweede Wereldoorlog. Haar idee is dat Dird hun verhaal
optekent en het zo aan de vergetelheid ontrukt, terwijl zij wacht op een
belangrijke operatie.
Esther’s
vader Gerard dreef tijdens de oorlog in een slagerij in hartje Amsterdam
allerlei handeltjes om te voorzien in het levensonderhoud van een gestaag
groeiende groep mensen. Lo A Njoe omschrijft alles met grote nauwgezetheid.
Wij kunnen bijvoorbeeld meesmullen van Gerard’s vleesbroodjes. Die zijn
gevuld met een mengsel van groenten, gehakt van ergens opgescharrelde
cornedbeef en een paté bereid van orgaanvlees, afkomstig van geslacht
pluimvee van de boer in Abcoude die de slager en Gerard op gezette tijden,
en met gevaar voor hun eigen hachje, opzoeken. Zelfs in de Tweede
Wereldoorlog werd er hier en daar nog lekker gesmikkeld, en niet alleen
door decadente nazi’s. Maar dat gaat niet zomaar.
Lees
dit boek niet als je een liefhebber bent van romans waarin geblockte
schrijvers, tobbende carrièrevrouwen of gevallen voetballers zich in hun
ellende wentelen. Lees het ook niet als je meegesleurd wilt worden in een
roetsjbaan van heftige gebeurtenissen, zoals in blockbusters als Joe
Speedboot of Bonita Avenue. Savoureer Parelmoerpoeder. Met zijn caleidoscopische blik is dit boek
heel rijk. Lo A Njoe’s stijl is wijdlopig, vaak op het plechtstatige af.
Irriteert die omhaal van woorden je? Vraag je dan af waar die irritatie
vandaan komt. Ligt het aan de schrijver, die de tijd neemt, of aan de
lezer, die geen tijd neemt? Vraag je je af waar een schrijver de arrogantie
vandaan haalt om zo veel van je kostbare tijd in beslag te nemen? Zeg me
dan – wat had je anders met die kostbare tijd gedaan?
Het
‘binnenverhaal’ dat zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog kent vele
grijstinten, onzekerheden, ambiguïteiten. Gerard geeft een ‘foute’
zwarthandelaar Herman aan. Als hij merkt wat daarvan de gevolgen zijn,
wordt zijn wroeging omschreven in een wervelstroom van over elkaar
buitelende tegenstrijdige gevoelens en gedachten. Dit plot heeft een sterke
connectie met het kaderverhaal over Dird en Esther. De ‘binnenvertelling’,
die wordt gepresenteerd in lange flashbacks, is voor Esther het
belangrijkst, maar het ‘kaderverhaal’ is waar het om gaat voor Dird, c.q.
Clyde. Dat verleent Parelmoerpoeder een geïntegreerde, hechte
structuur. En dat terwijl de roman sterk autobiografisch is. Ik wilde het
niet schrijven, omdat alle literatuur tegenwoordig autobiografisch moet
zijn en omdat dat de literatuur naar mijn mening verarmt. Maar daarmee wil
ik niet zeggen dat een autobiografisch werk de literatuur niet kan verrijken.
Het
kaderverhaal biedt een sfeervol beeld van het leven van Dird, een niet
bijster succesvolle kunstenaar in Amsterdam, één van de laatste Bohemianen,
in de crisisjaren zeventig-tachtig. Met zijn vriend Rousse werkt Dird bij
de visafslag in IJmuiden om wat bij te verdienen. Als ze dan ergens in een
kroeg, nog stinkend naar vis, zitten te borrelen om bij te komen, komen er
mooie discussies op gang over schilderkunst of schrijvers als John
Steinbeck.
Lo
A Njoe trekt rustig een alinea uit om te vertellen hoe Rousse een
afkeurende grimas op zijn gezicht tovert door zijn mondhoeken omlaag te
trekken, “waardoor de plooien vanaf de neus tot aan de mond dubbel zo diep
lijken te liggen”. In zulke passages bereikt de schrijver een zen-achtige
verstilling. Als de aantrekkelijke Esther zich met veel smaak tegoed doet
aan een bord garnalen, wordt dit op een verrassend onromantische manier
beschreven: “Ik zie weer (...) hoe ze smakelijk op de koppen van de
karmijnrode garnalen zit te knabbelen. Wat ze vervolgens uitspuugt in een
kommetje is amper meer dan een grijs restje; ze heeft alles verbrijzeld en
vermalen met haar sterke tanden. (…) “’Garnalen moet je verpulveren, net
als parelmoer!’ fluistert ze met een hese stem (…) van haar neus tot onder
haar kin druipt ze van het vet.”
Zoiets
kan niet anders dan waar gebeurd zijn. En toch moest het opgeschreven
worden. Het moet ook gelezen worden.
|
Dichtbundel: "Mijn lief mijn leed" - ISBN
978-90-6265-877-0
Gedichten,
Nederland / Aruba, 2015, Paperback, 56 blz., € 15,00

Dichtbundel: Mijn lief mijn leed
Presentatie 17 mei 2015, Haarlem.
|

link naar recensie van André Oyen
Het volgende werd door Prof. Dr. Wim Rutgers geschreven in “Balans” aangaande
de dichtkunst van Clyde R. Lo A Njoe:
Clyde Roël Lo A Njoe (1948) werd
geboren te Santa Cruz, Aruba, maar heeft het eiland al lange tijd geleden
verlaten. Na zijn opleiding tot tekenaar-schilder werkte, woonde en reisde
hij in vele landen van Europa en Azië. Uit grote exposities in het
Caribisch gebied (1981), op de Hannover Messe (1982, in Helmond
(eveneens 1982) en geregeld in het Museum van Rijswijk (het voormalige
Tollenshuis). Voorbeelden van zijn zijn beeldende kunst zijn als
illustraties opgenomen in zijn eerste dichtbundel Dansen/Baliamentu.
(1982)
Lo A Njoe kreeg wereldwijd
bekendheid toen hij in 1988 – 1989 medeontwerper van het Orakelkunstuurwerk
van Holland-Nagasaki Village in Nagasaki, Japan was. Ook bij de
totstandkoming van het monument van de nieuwe basiliek van de Virgen de
Guadalupe, 1989 –1990 in het centrum van Mexico City was hij medeontwerper,
tevens de schilder van het astrolabium en het contemporaine Aztekencalendarium
(objecten met een diameter van 3m).
Beeldende kunst en literatuur gaan
in zijn leven samen. Clyde Lo A Njoe is geen veelschrijver. Na zijn
debuutbundel Dansen / Baliamentu (1982) verscheen in 1984 een tweede
bundel Doodverf ,
samen met met Ton Luiting,
Raoul-Maria de Puydt en Simon Vinkenoog.
Echolood van
1989 is de derde bundel, waarin de actieradius van Aruba zich verwijdt tot
een mondiaal perspectief, vanuit zijn eigen persoonlijkheid: Oud-Aziatisch,
Latijns-Amerikaans en Westers, in de allesomvattende kringloop van leven en
dood. Als een echolood peilt de dichter de diepte en de hoogte van zijn
leven.
In Dansen / Baliamentu
(1982) hebben vierentwintig gedichten
alle een dans als uitgangspunt, die samen met acht litho's werden samengebracht.
De oorspronkelijk Nederlandstalige gedichten werden door Luis H. Daal in
het Papiament vertaald.
Lo-A-Njoe reisde veel, waarvan
in zowel zijn beeldende kunst als in zijn gedichten de neerslag van te
vinden is. De thema's van zijn poëzie, waarin hij persoonlijke en mondiale
noties verbindt, zijn het eigen verleden en zijn reiservaringen, het
verleden van de Caraïbische regio daarvan specifiek Aruba, maar ook de
gevolgen van de atoombom op Hiroshima aan het eind van de Tweede Wereldoorlog
en actuele Derde Wereldproblematiek. In het gedicht 'Merengue in
mijmering' luidt het:
Aruba,
speldepunt waar mijn wereld om draait,
Refrésqueria
en Latijnse melancholie,
je
kromme bomen, waardoor het spel van de
eeuwigdurende
wind schiet.
Stil
denk ik aan je overzoute lucht
en je
verdwaalde blanken op de 'waaf'.
Echolood
Echolood, (1989) is een
doorgeconstrueerde bundel in drie delen met respectievelijk twintig, drie
en zeven gedichten, waarin de dichter opnieuw een persoonlijke
positiebepaling van zijn persoon en kunstenaarschap onderneemt - dat wat
een echolood doet: het peilen van de diepte of de hoogte.
Echolood bevat een drievoudige zoektocht
en ontdekkingstocht naar het zelf: naar de innerlijke wereld van de eigen
persoonlijkheid, vervolgens naar het eiland en de wereld daarbuiten en
tenslotte naar het dichterschap dat deze positiebepaling verwoordt.
De eigen identiteit wordt
beschreven in enkele gedichten waarin de spiegel als middel tot zelfontdekking
een grote rol speelt, omdat de dichter er zichzelf in tegenkomt. De derde
afdeling draagt zelfs de titel 'aan de keerzijde van de Ebonieten spiegel'.
In het gedicht 'Voedingsbodem' heet het daarom
Ik
vond
in
deze spiegelsalon mijn voedingsbodem,
waarin
ik helemaal hem werd, die ik
ooit
was, en altijd wilde
zijn.
En
daarom juist vooral mezelf. Ik ben
tegelijk
pode-antipode, maar hoe
dan
ook: alleen en
één
met mezelf.
In 'Echolied' blijkt dat de
uitkomst van deze innerlijke zoektocht niet zonder meer direct positief is:
Ik
ken de geur van mijn eigen bloed,
het
kruipen van mijn angst,
de
kadans van mijn hulpeloze adem.
Er is
geen steen der Wijzen.
Maar naar het einde toe is het
uiteindelijke resultaat van de zoektocht positief:
"Ik
reisde niet meer vermomd... maar trof mezelf in het midden aan. Ik was
er." (p. 37)
De reismetafoor wordt ook
gebruikt om de positie ten opzichte van het eiland te bepalen. Enkele
stadia van die zoektocht zijn met de volgende citaten weer te geven. In
het begin luidt het nog "het eenzame tropenkind .. ergens in het land
Grenzeloos" (p. 8) Het eiland is "Zomaar een plek. Het is wel
mijn plek." (p. 22) Buiten het eiland is de dichter op weg naar
Niemandsland (p. 24). Maar hij komt thuis zoals we al zagen, als hij zich
in een positie bevindt van harmonie met de Umwelt, die pregnant gekarakteriseerd
wordt met het beeld van de ibis en de merel, kortom het Caraïbische gebied
en Europa. Hij heeft zichzelf gevonden in een dubbele culturele ervaring.
De bundel Echolood opent
met het derde motief, de geboorte en de macht van het woord dat schept.
Vóór het woord was er niets, dóór het woord ontstaat alles - deze allusie
op de schepping wordt versterkt in het tweede gedicht dat om licht vraagt:
"Ik schreeuwde om licht... licht... licht... Ik was blind op zoek naar
mezelf." (p. 6) Het titelgedicht 'echolood' dat direct daarna komt,
beschrijft een nog prenataal stadium. De moeder wordt aanvankelijk
verbonden met het eiland, later met het beeld van Moeder Aarde zelf. 'Mijn
inktschip', de titel van het tweede centrale deel van de bundel, voert de
dichter op zijn tocht naar het zelf naar de uiteindelijke vrijheid die in
het slotgedicht van de bundel, waarin Moeder Aarde haar wieken als een
condor uitslaat naar de vrijheid, verbeeld wordt met de vier oerelementen
die het - dit - dichterschap beheersen. Clyde Lo-A-Njoe's aardse
dichterschap verwoordt zo de vier oer-elementen. In Moeder Aarde
"spiegelden zich vuur / en lucht. Beneden haar ontsproot / een bron
van puur helder water." (p. 39) Toch wordt de vraag niet beantwoord,
het raadsel niet ontdekt, wordt het geheim van de creativiteit niet
ontsluierd, klinkt het verlossende woord niet, want de uiteindelijke
waarheid is niet blijvend vast te leggen, hooguit soms benaderd gedurende
'een eindeloze afgewogen seconde' in de woorden van een dichter.
Clyde Lo-A-Njoe schrijft
hermetische en doorgeconstrueerde poëzie waarin de aardse menselijke
existentie resoneert. In de eerste bundel kwamen nogal wat aan de Bijbel
ontleende beelden voor; de poëzie in deze bundel is weliswaar onaards in
die zin dat ze de aarde ontstijgt, maar desondanks volstrekt geseculariseerd.
Mijn lief mijn leed
Poëzie is in zijn voordracht klank
en beeld op papier. Was Dansen / Baliamentu in 1983 vernieuwend door
het samen gaan van woord en beeld, de nu verschenen bundel Mijn lief, mijn leed (2015) is dat
door de combinatie van woord en klank.
Het is natuurlijk niet zo dat er
voor Dansen / Baliamenu geen
geïllustreerde dichtbundels waren maar hier presenteerde een dichter die
tegelijk beeldend kunstenaar is zijn eigen creatieve werk in dubbele
betekenis, zoals bijvoorbeeld Elis Juliana dat deed op Curaçao met zijn
teksten vergezeld van verfijnde pentekeningen. In later tijd zouden Giolina
Henriquez en Belinda de Veer dat procédé op Aruba oppakken met hun teksten
naast of zelfs in hun schilderijen.
De venieuwing in Mijn lief, mijn leed zit in de
verwerking van bekende liederen van diverse componisten en zangers waarvan
betekenisvolle fragmenten de thematische kracht van de gedichten
versterken. Deze opgenomen songs vormen zo een essentieel onderdeel van het
gedicht.
De dichter maakt de balans van zijn
leven op in zijn poëzie, terwijl hij tegelijkertijd in en door zijn
dichtwerk leeft: dichten is leven, leven is dichten, zoals in het
openingsgedicht ‘ De weg van het woord’, dat ik hier al voorbeeld van de
werkwijze van de dichter wil citeren.
Er komt een dag dat men deze strofen leest.
Door deze simpele, gedichte gedachten,
verwoorde beelden, beeldende woorden
weet men, hoe mijn levensreis is geweest.
Hoe ik almaar zwierf naar de verste oorden
en meende dat ginds het leven op me wachtte.
Maar toen onvermijdelijk het ogenblik kwam
dat rust mijn levensadem begon te kleuren
viel eindelijk iets van zelfkennis te bespeuren
besefte ik nederig wat in mij de overhand nam.
Er valt
qua vorm en inhoud heel wat te beleven aan dit openingsgedicht dat op een
eerste blik nogal eenvoudig aandoet. De dichter gebruikt op het eerste oog
eenvoudige woorden, maar een nauwkeuriger blik toont de zorgvuldige
compositie met stijlverschijnselen als antithese, synesthesie en chiasme
bijvoorbeeld. Het parlandokarakter
wordt gestructureerd door alliteraties en het gebruik van een gevarieerd
rijm met afwisseling van binnenrijm en een eindrijm dat verspringt en
omarmt. Op deze openingsstrofe volgt dan een citaat van Neil Diamond’s
bekende ‘I am I said’ met een betekenisvolle verwijzing naar het bekende
sprookje van de kikkerkoning en de prinses dat de Grimm-broers als nummer
één opnamen in hun Kinder- und Hausmärchen van 1812.
Did you ever read about a
frog who dreamed of being a king
And then became one?
Well, except for the
names and a few other changes
If you talk about me, the
story is the same one
De
bundel biedt via een QR-code de mogelijkheid de geciteerde liederen in
beeld en geluid op te roepen. Maar
de uitgever heeft er ook voor gezorgd dat ze via zijn website te downloaden
zijn. Na dit fragmentarische citaat van Neil Diamond gaat de dichter zelf
weer door. Het citaat vormt zo een essentieel onderdeel van het gedicht. De
dichter positioneert zich in in de volgende strofe in zijn dubbele métier
en in zijn leven.
Bruusk op mezelf teruggeworpen door het leven
en ik nooit meer voor klatergoud hoefde te buigen
werden permanent pen en penseel de werktuigen
waarmee ik verre eenzaamheden heb beschreven.
Daarna olgt opnieuw een citaat van
Neil Diamond’s I am … I said. Zo wordt dit gedicht – en alle andere
overigens – een vorm van een veeltalige – Engels, Spaans, Frans, Duits,
Papiaments, Sranan - intertekstuele
dialoog met de bronnen die Lo A Njoe gebruikt: van Edith Piaf, via Otis
Redding, Barbara Streisand naar Charles Aznavour en Jimi Hendrix
bijvoorbeeld, maar ook naar het Arubaanse volkslied ‘ Aruba dushi
tera’ en Max Woiski van Suriname. In
feite krijgt elk gedicht meer kracht door niet alleen de tekst van Lo A
Njoe te lezen maar dat leesproces te onderbreken door naar de geciteerde
liederen te luisteren. Terug naar het openingsgedicht en Neil Diamond:
But I got an emptiness
deep inside
And I've tried, but it
won't let me go,
And I'm not a man, who
likes to swear
But I’ve never cared for
the sound of being alone
I am, I said
To no one there
And no one heard at all
Not even the chair.
I am, I cried
I am, said I,
And I am lost, and I
can't even say why.
Op deze
manier wordt dit openingsgedicht een hommage aan de beroemde zanger, maar
tegelijkertijd een programmatische
gids voor leven en werk: dichten is leven, leven is dichten. Het valt op
hoe vaak de woorden ‘lief’ en ‘leed’ in de bundel voorkomen, als ik goed
geteld heb zelfs zeventien keer, maar steeds met de ondertoon die
betrekking heeft op het zelfbewuste dichtproces zelf, zoals ook in de
slotstrofe van het eerste gedicht.
Wie weet, heb ik uiteindelijk de weg gevonden
waar vooraleerst het woord en beeld bepalen
met wie en door wat ik waarlijk ben verbonden.
Ben ik niet langer de roepende in de woestijn
die geen raad weet met zijn beelden en verhalen.
want dan komt mijn enige ware ik tevoorschijn
dat behoedt, dat ik in lege vergetelheid verdwijn
bestaat geen twijfel meer, het woord is soeverein.
Clyde Lo A Njoe eigent zich in deze
bundel de wereldliteratuur oftewel de wereld van de literatuur toe en maakt
die tot verkenning van zijn eigen creativiteit, waardoor hij het mondiale
karakter van wat literatuur voor hem is in het in locale context
gegronde persoonlijke integreert. Het locale en het mondiale
gaan, in wat wel als ‘indigenization’ wordt aangeduid, harmonieus samen. Ook in Echolood had de dichter dit al,
weliswaar anders, toegepast, maar voor de literatuur van Aruba in zijn
algemeenheid is dit een nog weinig begane weg, hoewel die bijvoorbeeld ook
door Joe Fortin in zijn verhalen bundel City
Store (2013) al werd verkend en eveneens karakteristiek is voor sommig
werk van jongere schrijvers en dichters.
In de gedichten resoneren leven en
dichten als onlosmakelijk met elkaar verbonden, lichtvoetig verwoord maar
ernstig van : “in elke clown schuilt een rasechte dichter / Ook vindt de
poëet troost in de nar die in hem leeft.”
(p. 19) En dan komt in ‘Blauwe heimwee’ toch de herinnering aan
Aruba met zijn Commandeursbaai en Savaneta, vergezeld van Linda Ronstadt,
nog even weer binnen: “Zal je zeker
ontdekken dat overal een thuis kan zijn . / Ook hier smaakt zielenleed als
bitter kruidenwijn.” (p. 35)
|
|