Vandaag is het

 

Home

|

Portfolio

|

Gallery

|

Gedichten

|

Boeken

|

Projecten

|

Nieuws

|

Quintessens

|

Nieuw - 2013 - 2014

|

Contact

 

        Welkom op de website van Clyde Roël Lo A Njoe.

 

NIEUW in 2016: PARELMOERPOEDER (roman).

IMG_0258

 

15 december 2016: Overhandiging van een gesigneerd exemplaar

van “PARELMOERPOEDER” aan Leo Wienesen, éen van de
personen aan wie de roman is opgedragen.



Recensie van Prof. dr. Wim Rutgers over het boek "PARELMOERPOEDER"
in het Antilliaans Dagblad van 18 Augustus 2016
: Klik hier voor een beter leesbare pdf...

 

 

Recensie van André Oyen (“ANSIEL”) over “Parelmoerpoeder”:

 

Het is inderdaad schitterend! Het geeft je huid die subtiele eiglans. Tegelijkertijd parelt het, om een toepasselijke kwalificatie te gebruiken. Het effect is uniek, naar mijn idee, maar ik durf niets te zeggen over het ‘opmonteringseffect’, dat jij zojuist beschreef. Ik zie wél dat jij er, ondanks de rusteloze nacht die je achter de rug hebt, zo fris als een hoentje bijzit. ‘Ik kijk geconcentreerd naar het gezicht tegenover me. ‘Komt dat nou écht door dat parelmoerpoeder, Esther, liefje? Je ziet er grandioos uit, maar ik weet niet beter,’ oordeel ik zo eerlijk mogelijk over het effect van het wonderbaarlijke spul.

 

Clyde Roël Lo A Njoe ( 1948, Aruba) heeft sinds 1982 al enkele dichtbundels uitgegeven, waarmee hij al enige faam heeft verworden. Ook is hij beeldend kunstenaar, o.a. als medeontwerper en schilder van het Orakelkunstuurwerk van Holland-Nagasaki Village in Nagasaki, Japan én van het monument van de nieuwe basiliek van de Virgen de Guadalupe (met het contemporaine Aztekencalendarium) in Mexico City.

 

Parelmoerpoeder (2016) is zijn eerste roman.

 

Dird, een kunstenaar, ziet de mooie Esther op een broeierige dag met twee zware boodschappentassen lopen. Als gevolg van een ongeluk sleept ze met een been. Hij kan het niet aanzien en biedt zijn hulp aan. Al snel noemt ze hem 'haar lieve jongen' en nodigt ze hem uit vaker bij haar langs te komen. Er ontstaat een romance en naarmate de verhouding meer diepgang krijgt, begint Esther over haar Duitse, Joodse ouders te vertellen. Het bijzondere verhaal over hoe haar ouders de oorlog in Amsterdam overleefden, roept veel emoties op. Het komt er dan ook bij haar slechts mondjesmaat uit en ze wil ook pas seksuele intimiteit wanneer Dird voldoende van haar verleden kent. Haar 'lieve jongen' moet voor het vervolg van het verhaal én de intimiteit steeds wachten tot het volgende bezoek.

 

Maar zo raakt hij uiteraard goed bekend met haar vrienden, kennissen en de lucratieve handel in parelmoerpoeder. Naarmate hij haar langer kent, begrijpt hij dat het verleden doorklinkt tot in alles wat ze doet. Soms zijn het de mensen waarmee ze te maken heeft, soms de gebeurtenissen van toen, met hun blijvende gevolgen.

 

Vermits het verhaal zich in de jaren zeventig van vorige eeuw situeert heeft het verhaal van de familie Anders nog altijd impact tussen deze twee mensen die een relatie willen aangaan. Esther wil dan ook dat Dird niet alleen schildert, maar ook dat hij haar verhaal en dat van haar entourage gaat vastleggen. Zo blijkt ook andermaal hoe gecompliceerd het leven tijdens de bezetting was. Collaboratie, zwarthandel en verzet lagen soms in elkaars verlengde. Met name voor Esthers vader, die met een nieuwe identiteit, als slager gewoon door bleef werken, was dit alles behalve eenvoudig. Los van dit levensverhaal moet Dird wennen aan de Bourgondische levensstijl van Esther. Naast haar parelmoerpoeder heeft ze nog andere zaken waar ze verantwoordelijk voor is. Langzaam maar zeker raakt de kunstenaar ongewild betrokken bij dramatische ontwikkelingen die hun oorsprong in het verleden hebben. Parelmoerpoeder schenkt ook veel aandacht aan al die anoniem gebleven verzetshelden, de mensen die deden wat er gedaan moest worden, ondanks dat ze daarmee hun leven in gevaar brachten. Parelmoerpoeder is een indrukwekkende roman geschreven in een mooie taal en heel ingenieus plot dat de lezer tot de laatste bladzijde in vervoering brengt.

 

Parelmoerpoeder, Clyde Roël Lo A Njoe, ISBN 9789062659098 | Paperback| 678 pagina's | Uitgeverij in de Knipscheer | april 2016

 

CLYDE R. LO A NJOE PARELMOERPOEDER RECENSIE ROMAN 2016

9 OKTOBER 2016 220 × 307 ARUBAANSE SCHRIJVERS SCHRIJFSTERS BOEKEN OVER ARUBA

 

                                                                                       Clyde R. Lo A Njoe - Parelmoerpoeder Recensie Roman 2016

FacebookTwitterGoogle+Share

Clyde R. Lo A Njoe – Parelmoerpoeder Recensie Roman 2016
Van de op Aruba uit Surinaamse ouders geboren schrijver Clyde Roël Lo A Njoe kreeg ik de maar liefst 675 pagina’s tellende roman Parelmoerpoeder op mijn bureau. Parelmoerpoeder is Lo A Njoe’s debuut als romanschrijver; eerder schreef hij een aantal dichtbundels en verwierf hij bekendheid als beeldend kunstenaar. De sprankelende titel Parelmoerpoeder sprak zeker tot de verbeelding en wekte mijn belangstelling.

Het boek begint met een verhaal over de relatie tussen de elegante en zeer succesvolle jonge vrouw Esther, die er een zeer bourgondische levensstijl op na houdt, en de kunstenaar Dird. Esther heeft een magische aantrekkingskracht op Dird, en ze zuigt hem op alle fronten haar leven binnen. Zij is duidelijk degene die bepaalt hoe alles gebeurt, en ook in welk tempo, Dird volgt dat eigenlijk altijd maar keurig. De Joodse Esther gaat in 1977 nog altijd gebukt onder het oorlogsverleden van haar ouders, die inmiddels allebei overleden zijn; zij is geboren in de hongerwinter. Esther heeft verschillende pogingen gedaan de geheimen die er nog bestaan rondom de geschiedenis van haar ouders, die door allerlei mensen professioneel zijn geholpen om onder te duiken. Haar vader heeft haar vlak voor zijn dood, toen hij al weduwnaar was, veel verteld over die tijd, maar er zijn hiaten in zijn verhaal, dingen waarover niet is gesproken, en die houden zijn dochter in hoge mate bezig. Esther vraagt Dird het boek over de geschiedenis van haar ouders te schrijven. Wat zij weet vertelt ze stukje bij beetje aan Dird, en ze maken kennis met andere mensen die betrokken waren bij de geschiedenis van Esther en haar ouders. Heeft Esther wel alles verteld?

Naast het verhaal van Esther’s ouders, wat ik zelf heel boeiend en goed geschreven vond, lopen er een aantal andere verhaallijnen: de parelmoerpoeder-business van Esther en haar zakencontacten, het leven van Dird en zijn kunst en werk op de visafslag, wat hij samen met zijn vriend Rousse nachtdiensten draait, en het verhaal van Vera, Esther’s beste vriendin.

Persoonlijk vond ik dat het verhaal erg traag op gang kwam – ik heb me verschillende keren afgevraagd waar het nou eigenlijk over ging. De schrijfstijl van Lo A Njoe is zeker mooi te noemen, maar is niet vlot. Er ontstaat een soort routine tussen Esther en Dird, waarbij er vooral veel koffie gezet wordt, sigaren gerookt worden en cognac gedronken wordt. Er is zeker een ondertoon van spanning en de verwachtig van een verhaal wat op gang gaat komen, die uitnodigen om toch door te lezen. Pas na ruim 200 pagina’s leeswerk ontstaat er voor mij een boeiende en spannende verhaallijn: het verhaal van de Joodse ouders van Esther in het circuit van onderduikers in Amsterdam. Die verhaallijn vond ik zonder meer zeer de moeite van het lezen waard. De andere verhaallijnen die werden uitgezet konden minder mijn aandacht vasthouden. Een mooi boek over een mooi thema, geschreven in een mooie schrijfstijl. Toch had voor mij persoonlijk de uitwerking wel wat korter gemogen, ik denk dat dat de leesbaarheid zou hebben bevorderd. Clyde R. Lo A Njoe – Parelmoerpoeder krijgt ++ (goed)

– Titel: Parelmoerpoeder
– Schrijver: Clyde R. Lo A Njoe 
 (Aruba)
– Soort boek: oorlogsroman, sociale roman
– Uitgever: In de Knipscheer
– Verschenen: 18 april 2016
– Omvang: 675 pagina’s
– Uitgave: Paperback
– Prijs: € 24,50
– Oordeel redactie: ++ (goed)


– Arubaanse Schrijvers Schrijfsters Boeken en Informatie

Recensie geschreven door: Monique van der Hoeven

 

(externe link naar deze recensie over “PARELMOERPOEDER”)

 

https://ssl.gstatic.com/ui/v1/icons/mail/images/cleardot.gif

 

20160625_141218_Moment1R

 

Tijdens een boekenpresentatie in boekhandel 'DONNER', Coolsingel 119, te Rotterdam, op 25 juni 2016, met het thema "vrijheid" naar aanleiding van het Surinaamse "Keti Koti"- feest ("Gebroken Ketenen-feest") werd Clyde R. Lo A Njoe geïnterviewd als gevolg van het verschijnen van zijn roman "PARELMOERPOEDER", en wel door de literatuurwetenschapper, schrijver en dichter Prof. dr. Michiel van Kempen (Universiteit van Amsterdam).

 

Bekijk het interview hier (film, 25 minuten, 400 MB).

 

 

 

Clyde R. Lo A Njoe - Parelmoerpoeder
Roman, Paperback, 678 blz., € 24,50
ISBN 978-90-6265-909-8
Eerste druk april 2016

De kennismaking in de zomer van 1977 met de aantrekkelijke Esther Anders is doodgewoon. Dird, een kunstenaar, ziet haar op een broeierige dag met twee zware boodschappentassen lopen. Als gevolg van een ongeluk sleept ze met een been. Hij kan het niet aanzien en biedt zijn hulp aan. Al snel noemt ze hem ‘haar lieve jongen’ en nodigt ze hem uit vaker bij haar langs te komen. Er ontstaat een romance en naarmate de verhouding meer diepgang krijgt, begint Esther over haar Duitse, Joodse ouders te vertellen. Het bijzondere verhaal over hoe haar ouders de oorlog in Amsterdam overleefden, roept veel emoties op. Het komt er dan ook bij haar slechts mondjesmaat uit. Dird moet voor het vervolg steeds wachten tot het volgende bezoek.

Tegelijkertijd raakt hij bekend met haar vrienden, kennissen en de lucratieve handel in parelmoerpoeder. Naarmate hij haar langer kent, begrijpt hij dat het verleden doorklinkt tot in alles wat ze doet. Soms zijn het de mensen waarmee ze te maken heeft, soms de gebeurtenissen van toen, met hun blijvende gevolgen. Dird, die het op zich genomen heeft het verhaal van de familie Anders vast te leggen, komt erachter hoe gecompliceerd het leven tijdens de bezetting was. Collaboratie, zwarthandel en verzet lagen soms in elkaars verlengde. Met name voor Esthers vader, die met een nieuwe identiteit, als slager gewoon door bleef werken, was dit alles behalve eenvoudig. Zijn daden betekenden letterlijk leven of dood voor anderen… Maar met de net geboren Esther en zijn gebroken Nederlands sprekende vrouw had hij weinig keus.

Los van hun levensverhaal moet Dird wennen aan de Bourgondische levensstijl van zijn geliefde. Naast haar parelmoerpoeder heeft ze nog andere zaken waar ze verantwoordelijk voor is. Langzaam maar zeker raakt de kunstenaar ongewild betrokken bij dramatische ontwikkelingen die voortkomen uit beslissingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn genomen. Dird krijgt zicht op de heroïsche daden van een kleine groep anoniem gebleven helden. Ze zijn nauw betrokken bij het levensverhaal van zijn geliefde. En terwijl hij die verhalen in schriften noteert en ze zo voor de vergetelheid behoedt, is hij getuige van een drama waar niemand iets aan kan veranderen.

Bekijk hier het filmpje van Rob Zwetsloot over "Parelmoerpoeder":

Klik op:
Parelmoerpoeder van Clyde R. Lo A Njoe - YouTube [360p].mp4

Het filmpje stond ook op de website https://www.oost-online.nl/ , met deze tekst erbij:

Volgens mij zijn we in de derde wereldoorlog verzeild geraakt, maar daar wil ik het hier niet over hebben. Ik wil het over De Oorlog hebben. De Tweede Wereldoorlog. Binnenkort gaan we 4 en 5 mei weer herdenken. De vrijheid. De vrijheid van meningsuiting (arme Ebru).

Al weer meer dan 70 jaar geleden werd die Oorlog beëindigd. Nog steeds komen er nieuwe boeken over uit. Nog steeds worden er nieuwe monumenten voor opgericht. Zo krijgen we een Holocaust centrum in de voormalige IVKO school aan de Plantage Middenlaan (eerst expositie: schilderijen van Jeroen Krabbé) en een massief monumentaal monument met namen van oorlogsslachtoffers aan de Weesperstraat. Terwijl je nu al struikelt over de herdenkingsplaatjes, monumenten en plekken in 1018.

Maar het houdt nooit op. Het is nooit voorbij. De herinnering zal en moet levend gehouden worden. De Tweede Wereldoorlog is bepalend voor de identiteit. Er worden ieder jaar nieuwe speelfilms en documentaires over dit onderwerp gemaakt en stapels boeken geschreven. Het is een onuitputtelijke bron.

Zo verscheen er recent een vuistdik boek van Clyde R. Lo A Njoe onder de intrigerende titel Parelmoerpoeder. Een boek waar hij meer dan dertig jaar aan gewerkt heeft. Zo’n 700 pagina's maar liefst. Over bezetting en de nasleep ervan.

(Bijdrage van Rob Zwetsloot).





Presentatie van "Parelmoerpoeder" voor Amsterdam FM Radio in de Openbare Bibliotheek te Amsterdam.

Op maandag 25 april 2016 was auteur Clyde Lo A Njoe live te gast in het boekenuur van 16.00 tot 17.00 uur in het programma ‘Kunst & Cultuur’ van Radio Amsterdam-FM. Hij werkte met enkele onderbrekingen van een aantal jaar sinds 1988 aan zijn epische roman ‘Parelmoerpoeder’ over een na-oorlogse romance tussen twee jonge mensen, waarin tegelijk in detail verhaald wordt over wat de Duits-Joodse ouders van het meisje de jaren 1938 tot 1945 in Amsterdam meemaakten. ‘Ik wilde hebben dat het klopt.’ Een verhaal in een verhaal: twee verhaallijnen die zich beurtelings ontrollen in ‘kleur’ en in ‘zwartwitbeelden’. Alles wat zich afspeelde in die Tweede Wereldoorlog blijkt zijn echo te hebben in het heden. Indrukwekkend qua omvang en qua inhoud. Naarmate de lezer vordert met lezen krijgt hij steeds meer inzicht in het geheel. Het boek is opgedragen aan George Maduro, Boy Ecury en (‘de anonieme held’) Leo Wienesen. Het 2-minutenfilmpje werd na afloop van het interview geschoten door Rob Zwetsloot.

 

 

                             Kippenlevers, garnalenkoppen.

                                          een recensie door Peter Boel. schaakpublicist-schrijver-journalist-vertaler (Engels).

 

Clyde Lo A Njoe is een man die je kan verbazen. Strijkt hij neer op een terras, dan hebben zich in een oogwenk zeven omstanders met Argusogen en klapwiekende oren naar hem toegewend. Komt in de trein de conductrice zijn kaartje knippen, dan raakt hij subiet met haar verwikkeld in een discussie over de zweefvlucht van de bruine vinvis of de conjunctuur op de Baloren, daarbij niet vergetend de schoonheid van de NS-functionaresse Homerisch te bezingen. Hij staat op, draait zich een kwartslag om, boort zijn blik diep je brein in en daar ga je.

Clyde, in 1948 op Aruba geboren uit Surinaamse ouders, legt in al zijn werken een door alle winden bestoven onbevangenheid aan de dag. Zijn lustig borrelende gulheid openbaarde zich al in zijn fantasierijke schilderijen en in de vier dichtbundels Dansen/Baliamentu, Doodverf, Echolood en Mijn lief mijn leed. Het bloed uit alle windstreken dat door zijn aderen stroomt verleent hem een verfrissende ongebondenheid. Hij kan in zijn geschriften ook zonder schroom spreken van ‘jodinnetjes’ of ‘halfbloedjes’, en als boze witte vijftiger ben ik daar best een beetje jaloers op.

Zijn eerste roman, Parelmoerpoeder, is een kloeke pil van tegen de 700 bladzijden, die je twee werelden binnentrekt. Want Parelmoerpoeder is een raamvertelling. De ik-figuur, Dird, beleeft in de late zeventiger jaren van de vorige eeuw een romance met Esther, die hem vertelt over de belevenissen van haar ouders in Amsterdam in de Tweede Wereldoorlog. Haar idee is dat Dird hun verhaal optekent en het zo aan de vergetelheid ontrukt, terwijl zij wacht op een belangrijke operatie.

Esther’s vader Gerard dreef tijdens de oorlog in een slagerij in hartje Amsterdam allerlei handeltjes om te voorzien in het levensonderhoud van een gestaag groeiende groep mensen. Lo A Njoe omschrijft alles met grote nauwgezetheid. Wij kunnen bijvoorbeeld meesmullen van Gerard’s vleesbroodjes. Die zijn gevuld met een mengsel van groenten, gehakt van ergens opgescharrelde cornedbeef en een paté bereid van orgaanvlees, afkomstig van geslacht pluimvee van de boer in Abcoude die de slager en Gerard op gezette tijden, en met gevaar voor hun eigen hachje, opzoeken. Zelfs in de Tweede Wereldoorlog werd er hier en daar nog lekker gesmikkeld, en niet alleen door decadente nazi’s. Maar dat gaat niet zomaar.

Lees dit boek niet als je een liefhebber bent van romans waarin geblockte schrijvers, tobbende carrièrevrouwen of gevallen voetballers zich in hun ellende wentelen. Lees het ook niet als je meegesleurd wilt worden in een roetsjbaan van heftige gebeurtenissen, zoals in blockbusters als Joe Speedboot of Bonita Avenue. Savoureer Parelmoerpoeder. Met zijn caleidoscopische blik is dit boek heel rijk. Lo A Njoe’s stijl is wijdlopig, vaak op het plechtstatige af. Irriteert die omhaal van woorden je? Vraag je dan af waar die irritatie vandaan komt. Ligt het aan de schrijver, die de tijd neemt, of aan de lezer, die geen tijd neemt? Vraag je je af waar een schrijver de arrogantie vandaan haalt om zo veel van je kostbare tijd in beslag te nemen? Zeg me dan – wat had je anders met die kostbare tijd gedaan?

Het ‘binnenverhaal’ dat zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog kent vele grijstinten, onzekerheden, ambiguïteiten. Gerard geeft een ‘foute’ zwarthandelaar Herman aan. Als hij merkt wat daarvan de gevolgen zijn, wordt zijn wroeging omschreven in een wervelstroom van over elkaar buitelende tegenstrijdige gevoelens en gedachten. Dit plot heeft een sterke connectie met het kaderverhaal over Dird en Esther. De ‘binnenvertelling’, die wordt gepresenteerd in lange flashbacks, is voor Esther het belangrijkst, maar het ‘kaderverhaal’ is waar het om gaat voor Dird, c.q. Clyde. Dat verleent Parelmoerpoeder een geïntegreerde, hechte structuur. En dat terwijl de roman sterk autobiografisch is. Ik wilde het niet schrijven, omdat alle literatuur tegenwoordig autobiografisch moet zijn en omdat dat de literatuur naar mijn mening verarmt. Maar daarmee wil ik niet zeggen dat een autobiografisch werk de literatuur niet kan verrijken.

Het kaderverhaal biedt een sfeervol beeld van het leven van Dird, een niet bijster succesvolle kunstenaar in Amsterdam, één van de laatste Bohemianen, in de crisisjaren zeventig-tachtig. Met zijn vriend Rousse werkt Dird bij de visafslag in IJmuiden om wat bij te verdienen. Als ze dan ergens in een kroeg, nog stinkend naar vis, zitten te borrelen om bij te komen, komen er mooie discussies op gang over schilderkunst of schrijvers als John Steinbeck.

Lo A Njoe trekt rustig een alinea uit om te vertellen hoe Rousse een afkeurende grimas op zijn gezicht tovert door zijn mondhoeken omlaag te trekken, “waardoor de plooien vanaf de neus tot aan de mond dubbel zo diep lijken te liggen”. In zulke passages bereikt de schrijver een zen-achtige verstilling. Als de aantrekkelijke Esther zich met veel smaak tegoed doet aan een bord garnalen, wordt dit op een verrassend onromantische manier beschreven: “Ik zie weer (...) hoe ze smakelijk op de koppen van de karmijnrode garnalen zit te knabbelen. Wat ze vervolgens uitspuugt in een kommetje is amper meer dan een grijs restje; ze heeft alles verbrijzeld en vermalen met haar sterke tanden. (…) “’Garnalen moet je verpulveren, net als parelmoer!’ fluistert ze met een hese stem (…) van haar neus tot onder haar kin druipt ze van het vet.”

Zoiets kan niet anders dan waar gebeurd zijn. En toch moest het opgeschreven worden. Het moet ook gelezen worden.

 

 

 

 

Dichtbundel:  "Mijn lief mijn leed" - ISBN 978-90-6265-877-0

Gedichten, Nederland / Aruba,  2015, Paperback, 56 blz., € 15,00
 


Dichtbundel: Mijn lief mijn leed
Presentatie 17 mei 2015, Haarlem.



link naar recensie van André Oyen

Het volgende werd door Prof. Dr. Wim Rutgers geschreven in “Balans” aangaande de dichtkunst van Clyde R. Lo A Njoe:

Clyde Roël Lo A Njoe (1948) werd geboren te Santa Cruz, Aruba, maar heeft het eiland al lange tijd geleden verlaten. Na zijn opleiding tot tekenaar-schilder werkte, woonde en reisde hij in vele landen van Europa en Azië. Uit grote exposities in het Caribisch gebied (1981), op de Hannover Messe (1982, in Helmond (eveneens 1982) en geregeld in het Museum van Rijswijk (het voormalige Tollenshuis). Voorbeelden van zijn zijn beeldende kunst zijn als illustraties opgenomen in zijn eerste dichtbundel Dansen/Baliamentu. (1982)

Lo A Njoe kreeg wereldwijd bekendheid toen hij in 1988 – 1989 medeontwerper van het Orakelkunstuurwerk van Holland-Nagasaki Village in Nagasaki, Japan was. Ook bij de totstandkoming van het monument van de nieuwe basiliek van de Virgen de Guadalupe, 1989 –1990 in het centrum van Mexico City was hij medeontwerper, tevens de schilder van het astrolabium en het contemporaine Aztekencalendarium (objecten met een diameter van 3m).

 

Beeldende kunst en literatuur gaan in zijn leven samen. Clyde Lo A Njoe is geen veelschrijver. Na zijn debuutbundel Dansen / Baliamentu (1982) verscheen in 1984 een tweede bundel Doodverf , samen met  met Ton Luiting, Raoul-Maria de Puydt en Simon Vinkenoog.  Echolood van 1989 is de derde bundel, waarin de actieradius van Aruba zich verwijdt tot een mondiaal perspectief, vanuit zijn eigen persoonlijkheid: Oud-Aziatisch, Latijns-Amerikaans en Westers, in de allesomvattende kringloop van leven en dood. Als een echolood peilt de dichter de diepte en de hoogte van zijn leven.

 

In Dansen / Baliamentu (1982) hebben vierentwintig gedichten alle een dans als uitgangspunt, die samen met acht litho's werden samengebracht. De oorspronkelijk Nederlands­talige gedichten werden door Luis H. Daal in het Papiament vertaald.

Lo-A-Njoe reisde veel, waarvan in zowel zijn beeldende kunst als in zijn gedichten de neerslag van te vinden is. De thema's van zijn poëzie, waarin hij persoon­lijke en mondiale noties verbindt, zijn het eigen verleden en zijn reiser­va­ringen, het verleden van de Caraïbische regio daarvan speci­fiek Aruba, maar ook de gevolgen van de atoombom op Hiroshi­ma aan het eind van de Tweede Wereld­oorlog en actuele Derde Wereld­proble­matiek. In het gedicht 'Merengue in mijmering' luidt het:

 

Aruba, speldepunt waar mijn wereld om draait,

Refrésqueria en Latijnse melancholie,

je kromme bomen, waardoor het spel van de

eeuwigdurende wind schiet.

Stil denk ik aan je overzoute lucht

en je verdwaalde blanken op de 'waaf'.

 

Echolood

Echolood, (1989) is een doorgeconstrueerde bundel in drie delen met respectievelijk twintig, drie en zeven gedichten, waarin de dichter opnieuw een persoonlijke positiebepaling van zijn persoon en kunstenaarschap onderneemt - dat wat een echolood doet: het peilen van de diepte of de hoogte.

Echolood bevat een drievoudige zoektocht en ontdekkingstocht naar het zelf: naar de innerlijke wereld van de eigen persoonlijkheid, vervolgens naar het eiland en de wereld daarbuiten en tenslotte naar het dichterschap dat deze positiebepaling ver­woordt.

De eigen identiteit wordt beschreven in enkele gedichten waarin de spiegel als middel tot zelfont­dekking een grote rol speelt, omdat de dichter er zichzelf in tegenkomt. De derde afdeling draagt zelfs de titel 'aan de keerzijde van de Ebonieten spiegel'. In het gedicht 'Voedingsbodem' heet het daarom

 

Ik vond

in deze spiegel­salon mijn voedings­bodem,

waarin ik helemaal hem werd, die ik

ooit was, en altijd wilde

zijn.

En daarom juist vooral mezelf. Ik ben

tegelijk pode-antipo­de, maar hoe

dan ook: alleen en

één met mezelf.

 

In 'Echolied' blijkt dat de uitkomst van deze innerlijke zoektocht niet zonder meer direct positief is:

 

Ik ken de geur van mijn eigen bloed,

het kruipen van mijn angst,

de kadans van mijn hulpeloze adem.

Er is geen steen der Wijzen.

 

Maar naar het einde toe is het uiteindelij­ke resultaat van de zoektocht positief:

"Ik reisde niet meer vermomd... maar trof mezelf in het midden aan. Ik was er." (p. 37)

De reismetafoor wordt ook gebruikt om de positie ten opzichte van het eiland te bepalen. Enkele stadia van die zoektocht zijn met de volgende ci­taten weer te geven. In het begin luidt het nog "het eenzame tropenkind .. ergens in het land Grenze­loos" (p. 8) Het eiland is "Zomaar een plek. Het is wel mijn plek." (p. 22) Buiten het eiland is de dichter op weg naar Niemands­land (p. 24). Maar hij komt thuis zoals we al zagen, als hij zich in een positie bevindt van harmonie met de Umwelt, die pregnant gekarakte­ri­seerd wordt met het beeld van de ibis en de merel, kortom het Caraïbische gebied en Europa. Hij heeft zichzelf gevonden in een dubbele culturele ervaring.

De bundel Echolood opent met het derde motief, de geboorte en de macht van het woord dat schept. Vóór het woord was er niets, dóór het woord ontstaat alles - deze allusie op de schepping wordt ver­sterkt in het tweede gedicht dat om licht vraagt: "Ik schreeuwde om licht... licht... licht... Ik was blind op zoek naar mezelf." (p. 6) Het titelgedicht 'echolood' dat direct daarna komt, beschrijft een nog prenataal stadium. De moeder wordt aanvan­ke­lijk verbonden met het eiland, later met het beeld van Moeder Aarde zelf. 'Mijn inktschip', de titel van het tweede centrale deel van de bundel, voert de dichter op zijn tocht naar het zelf naar de uiteindelijke vrijheid die in het slotgedicht van de bundel, waarin Moeder Aarde haar wieken als een condor uitslaat naar de vrijheid, verbeeld wordt met de vier oerelemen­ten die het - dit - dichterschap beheersen. Clyde Lo-A-Njoe's aardse dichterschap verwoordt zo de vier oer-elementen. In Moeder Aarde "spiegel­den zich vuur / en lucht. Beneden haar ont­sproot / een bron van puur helder water." (p. 39) Toch wordt de vraag niet beantwoord, het raadsel niet ontdekt, wordt het geheim van de creativiteit niet ontsluierd, klinkt het verlossende woord niet, want de uiteinde­lijke waarheid is niet blijvend vast te leggen, hooguit soms benaderd gedurende 'een eindelo­ze afgewo­gen seconde' in de woorden van een dichter.

Clyde Lo-A-Njoe schrijft hermetische en doorgeconstrueerde poëzie waarin de aardse menselijke existentie resoneert. In de eerste bundel kwamen nogal wat aan de Bijbel ontleende beelden voor; de poëzie in deze bundel is weliswaar onaards in die zin dat ze de aarde ontstijgt, maar desondanks volstrekt geseculari­seerd.

 

Mijn lief mijn leed

Poëzie is in zijn voordracht klank en beeld op papier. Was Dansen /  Baliamentu in 1983 vernieuwend door het samen gaan van woord en beeld, de nu verschenen bundel Mijn lief, mijn leed (2015) is dat door de combinatie van woord en klank.

Het is natuurlijk niet zo dat er voor Dansen / Baliamenu geen geïllustreerde dichtbundels waren maar hier presenteerde een dichter die tegelijk beeldend kunstenaar is zijn eigen creatieve werk in dubbele betekenis, zoals bijvoorbeeld Elis Juliana dat deed op Curaçao met zijn teksten vergezeld van verfijnde pentekeningen. In later tijd zouden Giolina Henriquez en Belinda de Veer dat procédé op Aruba oppakken met hun teksten naast of zelfs in hun schilderijen.

De venieuwing in Mijn lief, mijn leed zit in de verwerking van bekende liederen van diverse componisten en zangers waarvan betekenisvolle fragmenten de thematische kracht van de gedichten versterken. Deze opgenomen songs vormen zo een essentieel onderdeel van het gedicht. 

 

De dichter maakt de balans van zijn leven op in zijn poëzie, terwijl hij tegelijkertijd in en door zijn dichtwerk leeft: dichten is leven, leven is dichten, zoals in het openingsgedicht ‘ De weg van het woord’, dat ik hier al voorbeeld van de werkwijze van de dichter wil citeren.

 

Er komt een dag dat men deze strofen leest.

Door deze simpele, gedichte gedachten,

verwoorde beelden, beeldende woorden

weet men, hoe mijn levensreis is geweest.

Hoe ik almaar zwierf naar de verste oorden

en meende dat ginds het leven op me wachtte.

Maar toen onvermijdelijk het ogenblik kwam

dat rust mijn levensadem begon te kleuren

viel eindelijk iets van zelfkennis te bespeuren

besefte ik nederig wat in mij de overhand nam.

 

Er valt qua vorm en inhoud heel wat te beleven aan dit openingsgedicht dat op een eerste blik nogal eenvoudig aandoet. De dichter gebruikt op het eerste oog eenvoudige woorden, maar een nauwkeuriger blik toont de zorgvuldige compositie met stijlverschijnselen als antithese, synesthesie en chiasme bijvoorbeeld.  Het parlandokarakter wordt gestructureerd door alliteraties en het gebruik van een gevarieerd rijm met afwisseling van binnenrijm en een eindrijm dat verspringt en omarmt. Op deze openingsstrofe volgt dan een citaat van Neil Diamond’s bekende ‘I am I said’ met een betekenisvolle verwijzing naar het bekende sprookje van de kikkerkoning en de prinses dat de Grimm-broers als nummer één opnamen in hun Kinder- und Hausmärchen van 1812.

 

Did you ever read about a frog who dreamed of being a king

And then became one?

Well, except for the names and a few other changes

If you talk about me, the story is the same one

 

De bundel biedt via een QR-code de mogelijkheid de geciteerde liederen in beeld  en geluid op te roepen. Maar de uitgever heeft er ook voor gezorgd dat ze via zijn website te downloaden zijn. Na dit fragmentarische citaat van Neil Diamond gaat de dichter zelf weer door. Het citaat vormt zo een essentieel onderdeel van het gedicht. De dichter positioneert zich in in de volgende strofe in zijn dubbele métier en in zijn leven.

 

Bruusk op mezelf teruggeworpen door het leven

en ik nooit meer voor klatergoud hoefde te buigen

werden permanent pen en penseel de werktuigen

waarmee ik verre eenzaamheden heb beschreven.

 

Daarna olgt opnieuw een citaat van Neil Diamond’s I am … I said. Zo wordt dit gedicht – en alle andere overigens – een vorm van een veeltalige – Engels, Spaans, Frans, Duits, Papiaments, Sranan -  intertekstuele dialoog met de bronnen die Lo A Njoe gebruikt: van Edith Piaf, via Otis Redding, Barbara Streisand naar Charles Aznavour en Jimi Hendrix bijvoorbeeld, maar ook naar het Arubaanse volkslied ‘ Aruba dushi tera’  en Max Woiski van Suriname. In feite krijgt elk gedicht meer kracht door niet alleen de tekst van Lo A Njoe te lezen maar dat leesproces te onderbreken door naar de geciteerde liederen te luisteren. Terug naar het openingsgedicht en Neil Diamond:

 

But I got an emptiness deep inside

And I've tried, but it won't let me go,

And I'm not a man, who likes to swear

But I’ve never cared for the sound of being alone

 

I am, I said

To no one there

And no one heard at all

Not even the chair.

I am, I cried

I am, said I,

And I am lost, and I can't even say why.

 

Op deze manier wordt dit openingsgedicht een hommage aan de beroemde zanger, maar tegelijkertijd een  programmatische gids voor leven en werk: dichten is leven, leven is dichten. Het valt op hoe vaak de woorden ‘lief’ en ‘leed’ in de bundel voorkomen, als ik goed geteld heb zelfs zeventien keer, maar steeds met de ondertoon die betrekking heeft op het zelfbewuste dichtproces zelf, zoals ook in de slotstrofe van het eerste gedicht.

 

Wie weet, heb ik uiteindelijk de weg gevonden

waar vooraleerst het woord en beeld bepalen

met wie en door wat ik waarlijk ben verbonden.

Ben ik niet langer de roepende in de woestijn

die geen raad weet met zijn beelden en verhalen.

want dan komt mijn enige ware ik tevoorschijn

dat behoedt, dat ik in lege vergetelheid verdwijn

bestaat geen twijfel meer, het woord is soeverein.

 

Clyde Lo A Njoe eigent zich in deze bundel de wereldliteratuur oftewel de wereld van de literatuur toe en maakt die tot verkenning van zijn eigen creativiteit, waardoor hij het mondiale karakter van wat literatuur voor hem is in het in locale context gegronde  persoonlijke  integreert. Het locale en het mondiale gaan, in wat wel als ‘indigenization’ wordt aangeduid,  harmonieus samen. Ook in Echolood had de dichter dit al, weliswaar anders, toegepast, maar voor de literatuur van Aruba in zijn algemeenheid is dit een nog weinig begane weg, hoewel die bijvoorbeeld ook door Joe Fortin in zijn verhalen bundel City Store (2013) al werd verkend en eveneens karakteristiek is voor sommig werk van jongere schrijvers en dichters.

In de gedichten resoneren leven en dichten als onlosmakelijk met elkaar verbonden, lichtvoetig verwoord maar ernstig van : “in elke clown schuilt een rasechte dichter / Ook vindt de poëet troost in de nar die in hem leeft.”  (p. 19) En dan komt in ‘Blauwe heimwee’ toch de herinnering aan Aruba met zijn Commandeursbaai en Savaneta, vergezeld van Linda Ronstadt, nog even  weer binnen: “Zal je zeker ontdekken dat overal een thuis kan zijn . / Ook hier smaakt zielenleed als bitter kruidenwijn.”  (p. 35)