Eldorado
Pucichiatu,
de sjamaan genoot nog vóór de komst van de Spanjaarden een grote reputatie
als genezer en kruidenmeester. Men vermoedt dat zelfs in Centraal Amerika
en misschien zelfs Mexico men destijds van hem had gehoord.
In de diverse Spaanse
geschriften wordt hij vermeld onder zijn Spaanse bijnaam:
"Eldorado". Hij verkreeg deze bijnaam, omdat hij zich gewoonlijk
bij zijn séances bestrooide met goudpoeder, dat toen reeds gevijzeld werd
uit poedergoud, dat langs de rivier en de delta werd gevonden. De rivier
werd daarom de door de Conquistadores "Oro de Noche" genoemd, wat
later door de Indianen werd verbasterd tot "Orinoco".
Dit is nog steeds de naam van deze rivier en delta.
Het schilderij toont hem met
een Indiaanse schone, die voor advies komt.
De Poema op de voorgrond herinnert ons eraan, dat de legende verteld dat
Pucichiatu door twee zwarte poema's werd opgevoed.
De Ara op zijn linkervuist staat metafoor voor de geneeskundige gaven van
de sjamaan.
Rondom zijn middel draagt hij drie kleine kalebassen die met kruiden zijn
gevuld.
De schelpen die zowel de sjamaan als de vrouw sieren worden alleen aan de
kust op de eilanden gevonden.
Schilderij
|