Despues di piscamentu - Na de visvangst

Vermoeid door de tergende en eeuwigdurende Passaatwinden vindt de visser eindelijk rust, wanneer hij vlak voor de schemering zijn vangst schoonmaakt, aaneenrijgt aan de twijgen van een kwihi-boom en vervolgens zijn weg naar het dorp weet te vinden.
De Caiquétio at alles - letterlijk alles - uit de zee: van slakken, oestersoorten, vissen en kreeften, tot zelfs de machtige tonijn, barracuda of haai.
Het was ook de zee, die vóór de komst van de blanken, de meeste slachtoffers eiste.
Een gestorven visser, die niet meer aan land kwam, werd voor altijd geëerd met een prachtige karkó-schelp, die gevuld werd met zeezand.
De karkó-schelp werd opgehangen op een plek, zo dicht mogelijk bij zijn hut of grot.

Gouache

Copyright ©C.R. Lo A Njoe 2002-2004