Het
oeuvre wordt overheersend bepaald door het conceptueel herleiden tot
zuivere basisvormen.
Daarbij spelen geometrische vormen een essentiële
rol: perspectivische criteria worden gereduceerd
tot haast uitbundige vormen.
Binnen het platte vlak
wordt constant gezocht naar "plastische" expressie, met
wetmatigheden zoals hoogte,
diepte en afstand: kortom, datgene wat het filosofische begrip
"ruimte" loskoppelt van de normaal ervaarbare
"tastbare werkelijkheid".
Een eigen werkelijkheid
wordt gecreëerd, met de bedoeling het kunstwerk een puur
"eigen" emotionaliteit
te verschaffen.
Voorbeelden:
· De
Waterdrager
· De
litho's in de bundel "Dansen - Baliamentu"
· De
Quipù-serie
· De
Serie stillevens in geometrische vormen
· Het
Precedent en andere hout-reliëfs
Tegelijkertijd
echter speelt de tweede filosofische dimensie "Tijd" een even
zo belangrijke rol in sommige kunstwerken. Met schilderijen en tekeningen
die een expliciet "magisch-realistisch" karakter vertonen wordt
de beperking van de menselijke ervaring binnen de wetmatigheid van de
tijd overstegen.
Een "tijdloze"
belevenis van het kunstwerk ontstaat.
Voorbeelden:
· The birth of
the Birddog
· The I-Spiders
Cave
· Recuerdos de
Aruba
· Het Hamlet-syndroom
|